Het infrastructuurforfait, de toenemende financiering van de zorgzwaarte, de maatregelen voor een betere betaalbaarheid via de Vlaamse sociale bescherming en de prijscontroles maken de viersporenstrategie uit die de Vlaamse overheid inzet om de dagprijzen van de woonzorgcentra te handhaven. Het systeem slaat aan en remt hun verdere stijging af. Dat blijkt uit de jaarlijkse monitoring van de dagprijzen in alle Vlaamse woonzorgcentra. De gemiddelde dagprijs op 1 mei 2018 bedroeg 57,59 euro. Dat is 2,29% meer dan in 2017. De consumptieprijsindex steeg in die periode met 1,82%, zodat de reële stijging van de dagprijzen 0,47% bedraagt. Het is de laagste stijging van de dagprijzen sinds de monitoring.
Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin: “De resultaten van het gevoerde beleid op vlak van de prijscontrole, de invoering van een infrastructuurforfait voor nieuwbouw of vernieuwbouw van woonzorgcentra, de tegemoetkomingen via de Vlaamse sociale bescherming en de gestage betere financiering van de zorgzwaarte onder andere door bijkomende RVT-erkenningen worden duurzaam zichtbaar. In de periode 2015-2019 werd hiervoor 101 miljoen euro ingezet. Op deze weg dienen we nu verder te gaan voor een kwalitatieve én betaalbare ouderenzorg.”
Gemiddelde dagprijs: 57,59 euro
Hoeveel iemand betaalt voor een verblijf in een woonzorgcentrum, wordt uitgedrukt per dag: de dagprijs. In die dagprijs zijn een aantal kosten verplicht inbegrepen, zoals de woongelegenheid, de maaltijden en de verpleging. Bovenop de dagprijs kan een woonzorgcentrum nog extra vergoedingen aanrekenen voor kosten zoals internet of kapper. Deze extra kosten worden niet meegerekend in de monitoring.
Zorg en Gezondheid heeft bij de Vlaamse woonzorgcentra opgevraagd welke dagprijzen (exclusief extra vergoedingen of supplementen) ze hanteerden op 1 mei 2018 en heeft daarmee de gewogen gemiddelde dagprijs berekend voor 811 woonzorgcentra. Dat is de gemiddelde prijs als je rekening houdt met hoeveel kamers er van elk type zijn. Zorg en Gezondheid hield deze meting voor het eerst in 2016.
Pensioen stijgt sneller dan de dagprijs van een woonzorgcentrum
In 2018 stegen de dagprijzen van de woonzorgencentra gemiddeld 1,29 euro per dag tegenover de meting van 2017. Dit is een toename van 2,29%. Ter vergelijking: het gemiddeld maandelijks bedrag van het pensioen na een volledige loopbaan steeg van 1.561,7 euro in 2017 naar 1.604,2 euro per maand, een stijging van 2,72%. Ook het verhoogde basisbedrag van de inkomensgarantie voor ouderen steeg, met 3,24% namelijk. Goed voor 1.118,36 euro per maand in 2018.
Joris Moonens, woordvoerder Zorg en Gezondheid: “De stijging van de dagprijzen valt voor 80% te verklaren door de algemene stijging van de levensduurte of inflatie. We kenden immers een inflatie van +1,82%, wat neerkomt op een verhoging van de gemiddelde dagprijs van 1,03 euro. De rest van de stijging valt voornamelijk te verklaren door hogere dagprijzen in nieuwe of verbouwde woongelegenheden. De dagprijs kan in bestaande voorzieningen door investeringen in renovaties, vervangingsnieuwbouw en capaciteitsuitbreiding stijgen. Tegenover een prijsstijging staat echter bijna altijd een investering in nieuwe en betere infrastructuur met meer woonoppervlakte en dus meer woonkwaliteit. We stellen vast dat de reële stijging van de dagprijzen nog nooit zo laag is geweest als nu.”
Stijging dagprijzen vlakt af
Als de stijgingen van de dagprijs op langere termijn worden bekeken, valt op dat de stijging nooit eerder zo gering was. In de periode 2012-2016 bedroeg de reële gemiddelde stijging van de dagprijzen 1,9%. Bij de meting van 2017 bedroeg deze 1,25%. De meting 2018 toont slechts een gemiddelde reële stijging van 0,47%: gemiddeld 0,26 euro per dag, 7,8 euro per maand of 93,6 op jaarbasis.
Infrastructuurforfait: -5 euro/dag
Sinds 1 januari 2018 kent Vlaanderen een infrastructuurforfait van 5 euro per dag toe aan nieuwe of vernieuwde woongelegenheden waarvoor de initiatiefnemer een aanvraag doet die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dat bedrag van 5 euro moet in mindering worden gebracht van de dagprijs die de bewoner betaalt. In de meting van 2018 zijn 3.213 woongelegenheden met infrastructuurforfait opgenomen. Deze woongelegenheden hebben een gemiddelde dagprijs van 63,75 euro. Het is logisch dat die prijs hoger ligt dan het algemene gemiddelde, het gaat immers om woongelegenheden die nieuw of vernieuwd zijn sinds 2016. Opvallend is dat het forfait de stijging van de gemiddelde dagprijs voor alle voorzieningen tempert met 0,34%.
Net als bij vorige metingen blijkt dat woonzorgcentra met commerciële uitbating duurder zijn dan de openbare of social profit woonzorgcentra. Bij die twee laatste groepen stijgt de prijs wel iets meer dan bij de commerciële groepen. De openbare en sommige social profit woonzorgcentra die soms historisch gezien nog een lage dagprijs hanteerden, evolueren stilaan naar meer marktconforme prijzen.
De Vlaamse sociale bescherming voorziet twee zorgbudgetten die de betaalbaarheid van de dagprijs in een woonzorgcentrum ondersteunen, met name het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden (130 euro/maand) en het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood tot 583 euro/maand. Dit laatste zorgbudget wordt berekend afhankelijk van het inkomen en de zorgzwaarte van de bewoner.
>> Dagprijzen per gemeente, per woonzorgcentra en voor verschillende kamertypes (eenpersoonskamers etc.) vindt u op de website van Zorg en Gezondheid.